Skip to main content
Stel: je solliciteert op functies die prima aansluiten bij je sterke punten en interesses. Je wordt dan ook regelmatig uitgenodigd voor een gesprek. Helaas volgt daarna telkens een afwijzing ‘omdat je niet enthousiast genoeg overkomt’. Herken je dit? Dan is het wellicht tijd eens kritisch te kijken naar je gespreksvaardigheid: pimp je taalgebruik!

Inspelen op het brein

Als je effectief wilt communiceren, is het handig om een klein beetje kennis te hebben van het menselijk brein. Simpel gezegd is ons brein opgebouwd uit drie delen:

  1. Het reptielenbrein. Dit gedeelte is op een onbewust niveau constant bezig de omgeving te scannen op factoren die de kans op overleven bedreigen of bevorderen.
  2. Het emotionele brein. Dit gedeelte is constant bezig in te schatten of de ander te vertrouwen is. Ook dit proces voltrekt zich onbewust.
  3. Het rationele brein. Dit gedeelte verwerkt op een bewust niveau informatie door te filteren, te categoriseren en logica aan te brengen.

Een boodschap is effectief als deze zowel de bewuste als de onbewuste delen van het brein aanspreekt. Als je niet enthousiast overkomt, zou dat best wel eens kunnen liggen aan je taalgebruik. De kans is groot dat je woorden kiest die alleen zijn afgestemd op het rationele brein. En dat je dus geen taal gebruikt waar het emotionele brein en reptielenbrein warm van worden!

Hoe warm word je ervan?

Om een voorbeeld te geven: lees even onderstaande zin en ga na hoe enthousiast en overtuigend hij op je overkomt.

‘Ik vind het wel leuk om dingen te regelen.’

Deze zin is to-the-point en prima te begrijpen. Het rationele brein kan er uitstekend mee uit de voeten. Het emotionele brein en het reptielenbrein voelen zich echter totaal niet aangesproken door zo’n uitspraak.

Vergelijk de zin nu eens met de volgende variant:

‘Ik ben dol op organiseren. Als er iets georganiseerd moet worden, heb ik meteen een helder beeld van wat er allemaal moet gebeuren. Ik zie dan precies voor me wat me te doen staat en ga meteen met veel energie aan de slag. Omdat ik zo’n duidelijk beeld heb van het resultaat en de weg er naartoe, kan ik met veel dingen tegelijk rekening houden.’

De tweede variant is veel enthousiaster en overtuigender, omdat deze wel de onbewuste delen van het brein aanspreekt. Hij is namelijk ‘gepimpt’ met de volgende ingrediënten:

  1. Woorden die enthousiasme uitdrukken en die positieve associaties oproepen: dol op, met veel energie.
  2. Concrete beschrijvingen (het is glashelder wat hier met organiseren bedoeld wordt en hoe dat hier in z’n werk gaat).
  3. Herkenbare emoties (genieten van organiseren en van het inzetten van je talent).
  4. Stellige bewoordingen (je ziet precies voor je wat je te doen staan, met veel energie, een heel duidelijk beeld).

Kortom, een boodschap wordt overtuigend als iemand hem snapt, er een gevoel bij krijgt en zich erin herkent. En dat is allemaal veel moeilijker als je abstracte, onpersoonlijke en algemene taal gebruikt!

Pimp je taalgebruik, maar pimp met mate!

‘Pimp je taalgebruik’ is vooral een oproep om na te denken of jij effectief communiceert. ‘Pimpen’ betekent niet je taal doorspekken met superlatieven en overdrijvingen. Sommige mensen hebben van nature de neiging om overenthousiast te zijn. In dat geval doe je er wellicht beter aan je taalgebruik ‘down te pimpen’. Want als alles geweldig en superleuk is, verlies je de nuances uit het oog. Het emotionele brein van je luisteraar kan daardoor overprikkeld raken. Zoek dus altijd naar de juiste balans.

Geef een reactie